21.11 – Filosofie en literatuur
Inleiding
Staan literatuur en wetenschap niet haaks op elkaar? Ontsnapt literatuur niet aan elke poging er wetenschappelijk vat op te krijgen? En andersom, wat kan de literatuur te zeggen hebben over wat we normaal bezien vanuit een wetenschappelijk perspectief?
In deze cursus raken we gaandeweg vertrouwd met het idee dat de literatuur over een eigen ‘weten’ beschikt. Een eigen manier van de wereld verstaan die over het hoofd wordt gezien door de heersende wetenschap.
Het is daarom dat zoveel moderne filosofen zich over literatuur hebben gebogen. Denk maar aan Sartre, Arendt, Derrida, Agamben, Deleuze, Badiou. Elk heeft zich op een eigen manier uitvoerig over de literatuur uitgelaten. In deze cursus gaan we echter niet in op wat deze filosofen over literatuur te zeggen hebben.
Het wordt veel spannender dan dat. We gaan namelijk zelf ontdekken hoe in de literatuur gedacht wordt. Op welke wijze de literatuur de moderniteit en de hedendaagse mens begrijpt en welk centraal paradigma daar wordt blootgelegd.
Terwijl de wetenschappen – inclusief de meeste literatuurwetenschappen – dit paradigma onbesproken laten, komt het bij schrijvers als Kafka, Mallarmé, Pasolini, Artaud, Hermans en Andreus vaak vlijmend scherp aan de oppervlakte te liggen. Dit heeft alles te maken met het feit dat deze auteurs schrijven vanuit een vreemd soort productief onvermogen tot schrijven.
De cursus biedt een promenade vol verrassingen langs deze coryfeeën van de 20e eeuwse literatuur. Het leert ons om zelf te denken en de wereld te begrijpen vanuit een ander perspectief. Niet het dominante wetenschappelijke maar eerder een filosofisch-literair zien, dat dingen aan het licht brengt die anders vergeten worden.
Door wie
dr. Marc de Kesel
Voor wie
De cursus is bedoeld voor een algemeen gevormd publiek met interesse voor filosofie en literatuur.
“Literatuur wordt door zieken gemaakt. Wie gezond is, schrijft geen boeken.”
(Hugo Claus)
Inhoud van de colleges
1. Franz Kafka, Brief aan Max Brod van 5 juli 1922
2. Atonin Artaud, Brieven aan Jacques Rivière
3. Stéphane Mallarmé, Opgetekend tijdens het theater
4. Film: Pier Paolo Pasolini, Appunti per un’ Orestiade Africana
5. Pier Paolo Pasolini, “Als een droom waaruit je niet kunt ontwaken en niet van kunt slapen”
6. W.F. Hermans, Een ontvoogding
7. Hans Andreus, De sonnetten van de kleine waanzin
8. Over Madame Guyon en over Maurice Blanchot
Doelstelling van de colleges
De cursus biedt een spannende, vernieuwende manier van kijken naar literatuur en de relatie ‘literatuur en filosofie’. Ook zullen we met elkaar gaan zien wat de specifieke en geheel eigen taal is van de literatuur. We zullen merken dat de literatuur er in slaagt om (filosofische) problemen in een nieuw licht te plaatsen. Tot slot is de cursus natuurlijk ook een uitgelezen kans om kennis te maken met nieuwe literatuur en de eigen schoonheid die daarin naar voren komt.
Studiebelasting
De studiebelasting bestaat in ieder geval uit het volgen van de colleges. Dit komt neer op 5 x 3 uur (ochtendcolleges) en 3 x 1,5 uur (avondcolleges) = 19,5 uur. Voor een optimale cursusweek raden wij u aan het lesmateriaal voorafgaand aan de cursus te bestuderen.
Studiemateriaal
- De teksten van de te bespreken auteurs
- Een reader met essays van Marc De Kesel over de in de cursus behandelde schrijvers of literaire teksten wordt in begin juni aan de deelnemers toegezonden.
Na afloop van de colleges stuurt het Centre Erasme u de sheets van de colleges toe.
Getuigschrift
Aan het einde van de collegereeks ontvangen de cursisten een getuigschrift van deelname.