Schopenauer, wijn en “Maison Rivier”

[siteorigin_widget class=”SiteOrigin_Panels_Widgets_PostContent”][/siteorigin_widget]

Schopenauer, wijn en "Maison Rivier"

De week van Schopenauer. De voor zwartkijker versleten denker uit de 19e eeuw. De tegenhanger van Hegel. Schijnbaar een pessimist, maar niettemin populair bij ons: we zaten met een volle groep. Het zal ook door Jan komen. Jan Keij heeft een talent om zware denkers licht te brengen: Levinas, Nietzsche, Kierkegaard. Deze week was het Schopenauer. Schijnbare somberte in wat verder een lichte week was. Schitterend nazomer weer. De wijnoogst is in volle gang en we hebben eindelijk het vertrouwen van de cave van Vénéjan gewonnen. De aanvankelijk wat stuurse eigenaresse is langzaam ontdooid en inmiddels volledig om. We kregen flessen “Fleurs de Garrigue” cadeau – één van de topwijnen van de cave – en de uitnodiging om volgend jaar mee druiven te gaan plukken.

Het is fijn hier in de nazomer. De avonden zijn koel. De temperatuur komt overdag niet ver boven de dertig graden uit en de omgeving gonst van de activiteit. Hierboven, op het plateau van Vénéjan liggen de wijngaarden van “maison Rivier” uit het naburige Chusclan. Het maison is al zes generaties in de familie. De wijnen dragen de namen van de voorouders.  De zware “Augustin” naar betovergrootvader die de eerste druivenstokken heeft gepland, de wat mildere “Joseph” naar de overgootvader en de zachte “Madeleine” naar oma. We hebben de oogst gezien. Met zware machines worden de eenvoudig toegankelijke gebieden geoogst. Handmatig de hoger gelegen, oude en grotere wijnstokken. De wijnstokken die Augustin heeft gepland dus; wijnbouw is vooruitzien.

Het is bovendien een kunst, dat wijn maken. Althans, dat zei ik tegen Claude Rivier, de eigenaar van het maison. Hij was het niet met mij eens. De wijnboer is namelijk geen genie, aldus Claude. Anders gezegd: wijn is niet het product van een eenmalige en voorbijgaande genialiteit. Het is verfijnder dan dat. Het is een vak dat over generaties heen meegegeven en telkens iets wordt verbeterd.

Dit jaar zal een goed jaar worden. Het was vochtig in de lente, maar inmiddels is het al een aantal maanden droog en warm. We hebben de eerste oogst van 2018 geproefd. Een ongefilterde en ongerijpte drank, maar wel met de voortekenen van wat een goede wijn zou kunnen worden: kruidig, donker, aarde. Het is weer een “Joseph”,  geoogst hier op het plateau van Vénéjan.

Het zijn onze laatste dagen hier. Nog één week verhuur, en dan naar huis. Ons andere werk wacht weer, maar ook de voorbereidingen voor het nieuwe seizoen, de openingslezing door Herman Pleij en onze winterschool. De winterschool bestaat uit zes weekenden filosofie in de oude abdij van Drongen. Eén van de cursussen wordt gegeven door Susan Neiman, een befaamde voorvechtster van de verlichting. Dit is de eerste Engelstalige cursus van het Centre. Ook introduceren wij met de winterschool weer nieuwe docenten bij het Centre Erasme: Johan Braeckman, Jean-Paul van Bendegem en Tinneke Beeckman. Maar ook twee vertrouwde gezichten: Ruud Welten en Paul van Tongeren. Een mooi gezelschap en een mooi vooruitzicht.

Voor nu rest ons het winterklaar maken van het gebouw. Morgen sluiten we de luiken. Overmorgen maken we de gebouwen en de cour schoon. Zondag komen we thuis. We kijken terug op een fantastisch seizoen. Meer dan 180 cursisten hebben de weg naar het zuiden gevonden. 15 docenten hebben hier opgetreden en tal van vriendschappen zijn ontstaan. Tussen ons en cursisten maar ook tussen cursisten onderling. Het is prachtig dat we dit mogelijk kunnen maken en we zijn onze docenten en cursisten dankbaar dat ze graag bij ons komen.